Toen de jonge predikant koortsachtig
zweette voor zijn eerste preek
met and’re woorden, zenuwachtig
daarnaast danig dus van streek

‘t Advies van d’ oude zielenhoeder
was, drink voortijd op je gemak
Je zult dan merken, waarde broeder
het geeft je moed, een glas cognac

Daar hij vertrouwde op de oude
dronk hij ervoor een stuk of vier
De ochtendienst die werd gehouden
duurde slechts zo’n drie kwartier

Alleen de gepensioneerde herder
sprak de dag daarna hem aan
bracht de zaken daar te berde
die hij gist’ren had gedaan

Ten eerste moet u mij geloven
dat in plaats van twee echt vier
treden naar de kansel boven
in één lijn, zonder gezwier

Ten tweede, ‘t is u vast bekend
sloeg Kaïn Abel werk’lijk dood
en niet een schop onder z’n krent
waarna hij op zijn brommer vlood’

Ten slotte vast een misverstand
als de preek gedaan is, echt
wordt door elke predikant
geen proost maar amen steeds gezegd

P. Altena

Reageren op het dertigste gedicht mag altijd